De muur. De man met de hamer. Een afgrijselijke helling. Iedereen komt het ooit eens tegen. Maar hoe help je jouw fietsmaat hiermee? En wat moet je vooral niet zeggen?
Artikel gaat verder onder banners
Gravel, snert, trappist & vuurkorven:
- Zondag 9 maart 2025
- 60 of 90km prachtig gravel
- De Kempen en het Vlaamse grensgebied
- Cobbles '25 winterjack twv €69 optioneel €29
Wat is ‘de muur’?
Eerst een klein stukje begripsbepaling. Want met de muur bedoel ik niet een bepaalde helling in Huy of in Bretagne, maar het punt waarin je glycogeenreserve erdoorheen zit en je het gevoel krijgt dat je benen echt niet meer kunnen. Doorgaans kun je dit voorkomen door op tijd te eten, en genoeg te eten tijdens de rit. Maar wat gebeurt er dan met je op een mentaal niveau? Als je het gevoel hebt dat je echt niet meer kan en je de ander nog gewoon door ziet fietsen, is dat niet bepaald goed voor je moraal. Recente studies wijzen ook uit dat die moraal al zo onder vuur ligt tijdens een hongerklop, door het ontbreken van de juiste hoeveelheid glucose in je bloed. Doordat de hersenen te weinig voedingstoffen krijgen kun je licht in je hoofd worden, minder alert en als dit veelvuldig voorkomt kun je neerslachtiger worden.
Die ene helling.
Mijn eerste keer Limburg reed ik met een ‘dubbel’ richting de Eyserbosweg. Langzaam voelde ik de kracht uit m’n benen wegvloeien en zocht wanhopig naar een lager verzet. Dan is het echt verschrikkelijk als je uiteindelijk bij de 17% een voet aan de grond moet zetten. Dat voelt echt als een smet op de dag, je herinnert je niet al die mooie klimmetjes maar vooral die ene waarbij de voet aan de grond kwam. In mijn geval betekende het dat ik ging trainen totdat ik de Eyserbosweg op mijn buitenblad op kwam en ja, dat voelde wel erg goed! Maar ik ken veel mensen waarbij het voetje aan de grond het plezier uit het fietsen haalt.
Hoe help je die ander?
Op het terrasje ben je met de groep de klimmetjes aan het nabespreken, en van diegene waarvan de voet aan de grond ging hoor je vooral: “godverdomme, ik kreeg het er gewoon niet uit”. Hieronder een aantal tips wat je dan kan zeggen, en wat je vooral niet moet zeggen. Tenzij je zin hebt om te stangen, dan kan je ze ook andersom gebruiken natuurlijk.
Tip 1: waar ging het fout?
Vraag je fietsmaat naar zijn materiaal, zijn training en naar wat hij tijdens het klimmen of het fietsen heeft gemerkt aan zijn lijf. Een beetje ervaren fietser weet precies wat welk pijntje betekent. Vraag wat je fietsmaat heeft gegeten gisteren of vandaag op de fiets. Zo kun je snel erachter komen wat waarschijnlijk de oorzaak is van het voetje aan de grond, of de hongerklop. Het is een hele geruststelling als je weet waar het aan lag, dan kan je fietsmaat het de volgende voorkomen door jouw tip te volgen!
Tip 2: Geef toe dat het een lange tocht of een zware klim was.
Het is nogal normaal voor fietsers om zichzelf te presenteren als onkwetsbaar. Alsof het voor iedereen zwaar is maar niet voor de man van staal. Dat helpt niet echt natuurlijk, want je fietsmaten zijn toch je maatstaf van hoe zwaar een rit was. Als jouw fietsmaat het idee heeft dat die klim voor jou een peulenschil was is dat nog schepje er bovenop. Een fietstocht van 90km met wind tegen is voor iedereen pittig. Een helling van 14% vind iedereen stijl. Geef het maar toe.
Tip 3: tijdens de rit.
Geef een snelle pro-tip tijdens de rit. Bijvoorbeeld dat de ander een hogere cadans moet fietsen. Of deel je reep met de ander. En als er een klein gat valt na een bocht en je de ander al hoort zuchten, geef een klein zetje zodat die ander even vooruit geduwd is.
Afrader 1: Lachend naast de ander fietsen.
Niets zo irritant als iemand die zonder problemen naast je fietst, terwijl jij totaal zit te zwoegen. Dus stel je maar eens voor hoe dat voor de ander is als jij dat doet. Ooit reed ik naast mijn vriendin op de flanken van de Stelvio, handen van het stuur zodat ik foto’s kon maken van het prachtige landschap en de schitterende helling. Ondertussen brak haar het zweet totaal uit. Attent hè? Niet bepaald.
Afrader 2: Constante aanmoediging.
Stel je voor: jij zit te zwoegen en het zweet breekt je uit en er fietst iemand naast je die constant zegt: “kom op je kan het!” of “nog een klein stukje”. Als je dat een heel uur moet aanhoren is de kans wel erg groot dat die ander een bidon richting zijn kop krijgt ( wat overigens echt een afrader is ). Soms gewoon even stil naast iemand fietsen is echt beter.
Conclusie.
Dit is natuurlijk maar het topje van de ijsberg want er zijn nog veel meer tips en afraders te bedenken. En als je iemand wilt stangen, vooral de afraders als tips lezen. En natuurlijk horen we graag jullie ervaringen, tips en irritaties!