Anton speelt gitaar, en alleen al daarom was All along the watchtowers voor hem een must-fiets route. Maar ook onder een andere naam had hij deze 100 kilometer gravelroute in de omgeving van Tilburg vast wel kunnen waarderen. Lees hieronder zijn verslag.
Artikel gaat verder onder banners
Gravel, snert, trappist & vuurkorven:
- Zondag 3 november 2024
- 65 of 90km prachtig gravel
- De Kempen en het Vlaamse grensgebied
- Cobbles '24 windbody optioneel
Sommige routes moet je simpelweg gefietst hebben. Als gitarist ontkom ik niet aan All Along The Watchtowers. Deze gravelroute in Midden-Brabant is een initiatief van de gemeenten Oisterwijk, Goirle, Tilburg en Hilvarenbeek. Het parcours is ontworpen door de mannen van FatPigeon. Zoals de naam al doet vermoeden vormen uitkijktorens de rode draad van deze route, die je voert langs fraaie natuurgebieden als de Kampina, de Regte Heide, De Utrecht, De Roovertsche Heide en De Kiek. Bijna 100 kilometer genieten van knisperende gravelpaden, stille natuur, een aantrekkelijke omgeving en flarden Jimi en Bob in je hoofd.
De eerste toren: Tour de Frans
Ik start mijn route nabij kasteel Nemerlaer in Haaren. Dat ligt op zo’n vijftien kilometer fietsen van huis. De warming-up is daarmee gedaan en ik knal direct de route op. De Kampina is het eerste natuurgebied dat ik aandoe. Dwars door de natte heide en langs de vele vennen spot ik op Banisveld al snel Tour de Frans, de eerste kijktoren van deze dag. Omdat ik dit gebied goed ken sla ik de beklimming van deze uitkijkreus over, want ik wil eerst wat kilometers maken. De weg slingert via enkele verharde wegen en stukken Brabants gravel (boerenzandpaden) naar de eerste hardpack gravelstroken. Het zonnetje schijnt, de banden knisperen onder me op de heuse Strade Bianche en ik realiseer hoe verbluffend gemakkelijk een geluksgevoel al fietsend ontstaat.
De tweede toren: Reuselhoeve
Bovenop uitkijktoren De Reuselhoeve, waar ik na een ruime twintig kilometer ben beland, overzie ik vanuit ‘de glazen kamer’ natuurgebied het Moergestels Broek. Dit is het grootste weidevogelgebied van Noord-Brabant, thuishaven van een aantal bijzondere vogelsoorten. Op het moment dat ik de route fiets zijn de meeste weidevogels al gevlogen, maar evengoed is het uitzicht fraai. Ik laat de 130 meter lange tokkelbaan van de kijktoren voor wat die is, er is al voldoende uitdaging vandaag op de tweewieler.
Na het plaatsje Baarschot beland ik op een natte singletrack met jungle-achtige paden. Opvallende keuze om dit gedeelte in de route te verwerken. Mijn eerste gedachte is dat deze wending niet echt past in het totale karakter van deze route. Aan de andere kant doet het me deugd zo’n avontuurlijke sectie voorgeschoteld te krijgen. Hup, uit die comfortzone waar ik me wellicht wat in had laten sukkelen op deze prettige route.
Artikel gaat verder onder afbeeldingUitkijktoren de Reuselhoeve.
De derde toren: Flaestoren
Landgoed De Utrecht is het volgende schitterende gebied wat wordt aangedaan. Helaas is een aantal gravelpareltjes niet meer toegankelijk voor de fiets. Voldoende moois echter nog te ontdekken en de route leidt de fietser daar op fraaie wijze doorheen. Op de rand van het gebied is D’n Flaestoren de volgende kijktoren en het is me het euromuntje zeker waard om hier de klim naar boven te maken.
Er is bij de bouw van de Flaestoren gebruik gemaakt van acht bomen van het landgoed zelf, elk zo’n vijfentwintig meter hoog en maar liefst drieduizend kilo zwaar. Dat voelt zelfs met mijn hoogtevrees stevig en veilig aan. Het uitzicht is weids, ik kan zo over de grens België in kijken.
Artikel gaat verder onder afbeeldingD’n Flaestoren.
Bos, heide en klooster
Een belangrijk deel van All along the watchtower gaat door Natura 2000-gebied Kempenland West. De mix van heide, vennen en verschillende bostypen garandeert een afwisselend geheel. De Roovertsche Heide, aanvankelijk bekend als ‘landgoed van de armen’, past perfect binnen deze variëteit. Het land is ooit aangekocht vanuit sociale motieven om minderbedeelde stedelingen een baan als ontginner aan te bieden en zo een beter bestaan op te bouwen. Het plan mislukte. Door de jaren heen veranderde het aanzien van het landschap meermaals. Voor ons als gravelaar heeft dat gunstig uitgepakt omdat het heden ten dage zowel bos als uitgestrekte heide biedt.
Na zo’n zestig kilometer genieten maak ik een koffiestop op één van mijn favoriete pleisterplaatsen, klooster Nieuwkerk in de Goirlese bossen. Een gezellig en smaakvol ingerichte plek gelegen langs een aantal fantastische gravelpaden. Hier liggen mooie herinneringen aan mijn bikepacking avontuur van de Liberation Divide of de Cobbles Rides. Het oude klooster ademt pas op de plaats, rust en bijkomen. Niet verkeerd omdat de benen beginnen te voelen dat er al best wat onverharde kilometers zijn weggetrapt.
Artikel gaat verder onder afbeeldingBrabantse Strade Bianche.
Zicht op het verleden
Een volgend hoogtepunt op de route is schijnvliegveld De Kiek. Het blijft bijzonder om midden in het bos een Messerschmidt op je gravelpad te ontwaren. Met het inrichten van schijnvliegvelden wilden de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerden verleiden hun bommen op de verkeerde plekken te droppen. De Kiek zou aangezien moeten worden voor het nabij gelegen vliegveld Gilze-Rijen.
Er is door de Stichting De Vrienden van de Kiek hard gewerkt om deze plek toegankelijk en interessant te maken. Op de verschillende informatieborden lees je over de geschiedenis van dit bijzondere fenomeen. Daarnaast kan de aanwezige bunker beklommen worden. Deze geeft een blik over de nabije omgeving en is in feite een schijnkijktoren op de route van vandaag.
Heidezicht
Via een kilometerslange brede gravelstrook fiets ik naar de volgende highlight van vandaag, de Regte Heide. Het paars begint te overheersen, de heide staat er prachtig bij. Op wit gravel slinger ik tussen de natte en droge heidevelden door. Bijzonder van dit gebied is dat het behalve de variatie aan natuurschoon een spectaculair reliëf heeft (voor Nederlandse begrippen). Op drie kilometer afstand wordt er vijf meter hoogteverschil overwonnen. Heel veel hoogtemeters maak ik vandaag niet, dus het is goed te weten dat ik ze niet enkel te voet tijdens het beklimmen van de torens heb bemachtigd.
Artikel gaat verder onder afbeeldingMooie paarse heide.
De vierde toren: Nieuwe Herdgang
Vooraf vermoedde ik rondom Tilburg wat meer verhard te zullen moeten rijden. Dat blijkt onterecht. De route door de Kruikenstad is interessant gebouwd met onverharde segmenten die creatief verbonden zijn met stroken asfalt of kasseien.
Nog maar net Tilburg uit vind ik mijn laatste kijktoren, De Nieuwe Herdgang. Met zijn vijfentwintig meter tevens de hoogste toren van vandaag. In tegenstelling tot D’n Flaestoren kan hier gepind worden en voor €1,50 opent het draaihek zich. De 223 traptreden laten zich voelen in de bovenbenen. Het uitzicht boven vergoedt veel. De Tilburgse skyline ontvouwt zich, evenals Trappistenabdij Koningshoeven en landschapspark Moerenburg-Koningshoeven. Dat de snelwegen A58 en A65 zichtbaar en hoorbaar aanwezig zijn geeft een ietwat bevreemdend effect. Het is letterlijk en figuurlijk van alles wat hierboven op de toren. Wat op zich passend is, want De Herdgang was van oudsher een ontmoetingsplek.
Artikel gaat verder onder afbeeldingUitkijktoren de Nieuwe Herdgang.
Dorpsgezicht
Het gedeelte Oisterwijk herbergt de meeste verharde kilometers vandaag. Met Bezoek Oisterwijk als belangrijke initiatiefnemer van deze route wil de gemeente zich mogelijk goed in the picture zetten. En toegegeven, Oisterwijk is absoluut een bezoek waard. Echter, een gemeente die zich als ‘parel in het groen’ afficheert heeft ongetwijfeld ook fraaie opties om zich op onverharde wijze te laten passeren. Mijn onderste onderdanen vinden het overigens zachtjesaan wel prima, dus wat dat betreft komt deze ondergrond me niet eens zo verkeerd uit.
Het einde in zicht
De route voert terug naar de Kampina, en als kasteel Nemerlaer met zijn statige oprijlaan in zicht komt dan weet ik dat mijn All along the watchtowers experience tot een einde is gekomen. Mijn persoonlijke criterium voor gravelroutes van #driekwartonverhard wordt niet gehaald. Is dat erg? Zeker niet. Zo’n zestig procent is onverhard en in combinatie met de mooie omgeving is deze route absoluut de moeite waard om gefietst en beleefd te worden.
‘There must be some kind of way outta here’ is de eerste zin in de creatie van Bob Dylan, die vooral door Jimi Hendrix op de kaart is gezet. Het is echter geen straf om in deze omgeving rond te rijden, je hoeft bepaald niet outta there. Of misschien doelde Bob op het verlangen van de gravelaar naar nieuwe paden, om daar dan liefst weer van af te wijken?
Ik fietste de lange gravelroute van 98 km. Je zou kunnen zeggen dat deze route zowel stevige, scherpe Jimi-gitaarlicks herbergt als ook Bob-emoties met rust en relatieve simpelheid. Heb je minder tijd of conditie? Dan kun je ook kiezen voor een kortere lus naar het noorden (67 km) of het zuiden (52 km). Daarnaast zijn er voor de asfaltridders ook twee wielrenroutes van 90 en 116 km.
Ken jij ook een mooie route met een coole naam of een leuk thema?
Laat het ons weten, deel je tips en verhalen in de Cobbles Cycling Strava Club!